dinsdag 11 mei 2010

De Parade te Tiraspol


Hoera Hoera Hoera
...

Transdnistrie


Vodka in Joghurtpotjes op de dag van de grote parade te Tiraspol.
Het verhaal volgt gauw vanuit Hansbeke. De Ster zit erop en Transdnistrie was een bijzondere ervaring in een eigenaardig landje dat er eigenlijk geen is... Groeten uit Odessa.

Terug in Hansbeke hangen de zwart-wit filmpjes reeds te drogen. Toch ik ruilde de Oost-Europese zonnestralen voor West-Europese pijpestelen...
Vanuit Donetsk had ik de trein terug richting Odessa genomen om vervolgens richting Transdnistrië te fietsen. Deze benaming wordt enkel vanuit Moldavisch standpunt aan deze laatste Sovjet-republiek gegeven. Dit gebied ligt namelijk over de rivier de Dnistr en behoort officieel tot Moldavië. Het wordt echter door Russische machten onder een eigen vlag bewaakt door een leger soldaten dat vanuit Moskou wordt gedirrigeerd. Dit leger hield op 9 mei een imposante demostratie op het paradeplein van de hoofdstad Tiraspol ter herrinering aan de overwinning van het Sovjetleger op de Nazis, dat het einde van de tweede wereldoorlog betekende. Dit was dit jaar precies 65 jaar geleden, de Pridnetstrofskaja Moldafskaja Respublika, zoals ze hun flinterdun landje net over de Dnistr zelf noemen, werd met zijn 20 jaren ook gevierd. Bij de confrontatie in 1992 tussen het Russisch en het Moldavisch leger moest Moldavië uiteindelijk het onderspit delven en kon het zo onder zijn eigen regering blijven verder bestaan. Zo heb je een deel van Moldavië dat geen echt Moldavië is. Dit Fake-Moldavië bezit ook fake-grensposten die door niemand, tenzij henzelf, worden erkend. Zo zette ik de vijfde mei koers richting Kuchurgan, van waaruit ik Pervomaysk (een plaatsnaam die afgeleid is van Pervie Maj wat de eerste mei betekent) het eerste plaatsjes van Transnistrië zou bereiken. De grenspost deed zich toch echter voor dan ik me via de info uit mijn gids had voorgesteld. Uitgezonderd de 100 Oekrainse Grivna (zo een 10 euro) die zij in een vensterloos kotje vriendelijk afpersten. Nee nee, geen explosieven of narcotica, meneer en de poorten van de onbekend gebied werd geopend. Tiraspol, de tweede stad van Moldavië of toch nog meer de hoofdstad van Transnistrië lag een uurtje fietsen verderop dat ik langs een behoorlijke asfaltweg geflankeerd door bomen en koolzaadvelden bereikte in de vooravond; Ik ontmoette er, zoals afgesproken Andrey met zijn groene fiets bij het grote paard. Ik kon er verblijven in het appartement van Andreys'vriend Maxim, die met zijn muziek project PlatinumS in Sint-Petersburg was voor een tournee als zanger van een Popgroep. Dankzij Andrey had ik zo een registratie(adres), wat verplicht is om hier te verblijven. De volgende dag hingen we naar een loket in de hoofdstad , waar Mila, een meisjesnaam die naar zeep ruikt, mij de nodige krabbels en stempels gaf om hier 4 dagen te mogen blijven. Deze werden op een los papiertje tussen mijn paspoort geschoven want zij hadden als niet erkende staat niet het recht hun tekens in mijn pas te zetten. Zo hebben de mensen die hier wonen 2 passen, 1 van de Republiek aan de Dnistr en 1 van land dat gelinkt is aan de taal die ze spreken (Moldavisch, Russisch of Oekrains). Andrey was van Russische origine en vertelde zo klaar als pompwater dat dit gebied Russisch was. Zo logisch als het altijd snelle water in de Dnistr stroomde, zo stroomde ook het Russische bloed door hun vaderlandse aderen. Deze gedachte viel samen met hun eigen reden tot bestaan en wilden ze zich zelf erkennen dat konden ze dit enkel bevestigen; dit patriotisme kunnen nu eenmaal weinig Russen ontkennen. Bij Andrey en zijn vrouw Nastje, die nu bij het schrijven echt elk moment kan gaan bevallen, werd ik warm ontvangen op hun appartement, 6 hoog vlakbij het Sheriff-voetbalstadion. Namelijk alles wat kapitaal in zich draagt zoals ondermeer supermarkten en benzinestations zijn hier "Sheriff", met andere woorden in handen van de President van deze illegale staat. Andreys'nonkel werkte op de groenten en fruit afdeling van een Sheriff-supermarkt. Ik bezocht hem de volgende dag in een dorp even buiten de stad, gelegen aan de meanderende rivier, die mij samen met een boerevrouw en haar kudde koeien prompt aan 'De Leie in Juni, 1902' een schilderij van Emiel CLaus deed denken. Zijn eigen vrouw Natasja, tante Natasja vertelde dat hij wat moe was, eerder zag ik een dronken man die wat verdwaald rondliep in zijn moestuin terwijl het aardappelveld met grondwater werd besproeid. In geen weken had het hier geregend, bijna alleen maar zon had ik tot nog toe op mijn weg gehad. Samen dronken we rode huiswijn en aten met rijst gevulde koolbladen terwijl telkens de waterpomp aansloeg de gloeilamp in het lage donkere achterhuis protesteerde. Wijselijk sloeg ik het vierde glas over om Tiraspol enigszins in rechte lijn terug te bereiken.
Op zondag was er de grootse vertoning op het naar vliegveld ruikende asfalten plein. Alles in de omgeving van het plein werd er door een leger van straatvegers schoongemaakt, de monumenten opgeblonken, de tank van een nieuwe laag verf voorzien, oneffenheden in het wegdek weggewerkt want voor de grote parade moest alles er piekfijn bijliggen. Hoera-geroep galmde er over het kraaknette plein vol soldaten op die grote dag. Veteranen, gedecoreerd met medailles waarmee je een straat van van Oost-Duitsland tot Vladivostok zou kunnen leggen keken vanop de eretribune naar dit gedisciplineerd schouwspel. Zij waren nl. de helden van de grote patriotische oorlog en kregen die dag, van vooral kindjes, de mooiste bloemen toegestopt. Een ander geschenk,nl. van de Russische federatie was een rock-concert van Sergaai, een muziekgroep uit Moskou. Gele vlaggen met Poetin erop zwaaiden door de meingte. Het bier en de vodka vloeide rijkelijk op deze mooie meidag. Blij om de Ster kon deze in de kast worden opgeborgen. Vodka in Yoghurtpotjes, geen goed idee om mee met het vliegtuig huiswaarts te nemen...

maandag 10 mei 2010

Bilde (teil4)


Andrey en Nastje (de baby verwachten ze vrijdag)

Het enige fietspad tijdens de Ster.

De grens van Moldavie en het andere Moldavie.

Tanja en Andrey van Kamenka te Tiraspol.

Matthias Etrzman on the way to Vladivostok.

Koolzaadveld onderweg naar Tsoburtsa

In het park van Tsoburtsa.

Kole en zijn mama, de buren van Andreys'tante

Andreys'accordeon.

Het oorlogsmonument. (pa Ruskie: Pamjatnik)

Zicht over Transdnistrie nabij het Oorlogsmonument (Conflict Moldavia-Russia 1992)

Het appartement van Maxim te Tiraspol

De Dnistr in de ochtend te Tiraspol

Hotel Passage te Odessa

zondag 2 mei 2010

Donbassa


Dit moest wel de ster van Donbassa zijn, hier op de steenkoolmijntoren te Djerzinsk. In de naam van de stad alleen al, weerklonken de diepe bassen van de onderwereld.
Al heeft die onderwereld niet zomaar haar geheimen prijs...
Tot verscheidene malen toe moest ik er het bijltje bij neer leggen. Nagenoeg alle mijnen zijn goed afgeschermde gebieden van de buitenwereld. Eenmaal op het territorium van de mijn wordt een persoon met een camera als een indringer beschouwd. Waarschijnelijk moet ik de vorige keer in Liscitszanck heel veel geluk hebben gehad dat ik er beelden kon nemen. Hier is dit dit tot nog toe maar met mondjesmaat gelukt. Met de stroom van de mijnwerkers op maandagochtend mee waagde ik mijn eerste kans te Makievka. Ik had mijn lange broek aangetrokken, ook al beloofde het een stralende dag te worden, kwestie van zo min mogelijk op te vallen en zo veel mogelijk mijnwerker te lijken. Weinig mensen waren happig om een portret. Het is dan ook vrij frustrend om tot dicht bij de mijnwerkers te raken maar er weinig beeldmateriaal van te kunnen maken. Schone exemplaren met hun tas en hamer in de hand, hun helm met lamp, de met zwarte kolen besmeurde koppen van mannen en enkele vrouwen. Al gauw werd ik verzocht door een arbeider uit de werkplaats om op te krassen. Gelukkig zijn de mijnen niet op 1 hand te tellen en ging op jacht naar meer.
Wel met een zekere schrik van zowiezo weer gesnapt te worden. Ik heb mij dan ook voorgenomen om het decor op zich van de mijntorens en terillen als onderwerp te nemen wat zeker ook interresante beelden opleveren die een verleden tijd uitademen.
De ingangen van de territoria zijn meestal ook van een soort onthaal-wachtpost voorzien en moet je via een draaimolentje betreden. Dat deed ik ook bij mijn tweede mijn vlakbij het megalomane voetbalstadion van Donetsk. Ik deed deels mijn verhaal maar een grote NJET werd op mij afgevuurd. In het Sanatorium te Ukrainck ten westen van Donetsk dat ik de volgende dag net niet bereikte noodzaakte mij nog even te kamperen met een volle maan en groene velden als decor (en enkele giftige schouwen een eindje verderop). In de ochtend werd ik in het Sanatorium met open armen ontvangen. Mijnwerkers met longaandoeningen werden er behandeld in een schijnbaar gezonde wereld. Het sanatorium lag dan ook gelegen in een veilige plooi in het landschap, een dal met bomen en een grote vijver vol kikkers. Even uit het dal Noordwaarts had je een groot stort waar werkelijk alles op 1 hoop werd gedropt. Wanneer je Zuidwaarts uit het dal kroop zag je al gauw rokende schouwen en terillen... Ik kreeg er zelf een kamer aangeboden op het eerste verdiep vol lege kamers. Een vriendelijke verpleegster deelde haar boterhammen en 's avonds kwam een oud vrouwtje met opgestoken haar, zoals je ze alleen in de Sovjetunie kon aantreffen, met een kan vol thee. De directrice in de ochtend had mij op diezelfde wijze ontvangen, inclusief een ijscremecoupe-achtige beker vol koekjes en zoet . Dit stond in schril contrast met de mijn-bezoeken. Heerlijk in de watten gelgd, zoals ook de zieke mijnwerkers werd verzorgd,bezorgde dit mij een verse adem om de volgenmde ochtend terug op pad te gaan, naar de nabij gelegen mijn te Ukrainck. Spijtig genoeg heb ik zelf mijn toestel niet eens bovengehaald. Nog maar net op het terrein werd ik geviseerd door in zwart geklede bewakers. Het maagdelijke ochtendlicht op verweerde beton is nochthans een mooi decor om de mijnders te fotograferen... Gelukkig bracht mijn stalen ros raad, of beter gezegd hij bracht mij terug tot de ongedwongen vrijheid van de weg, over de krammen en vele putten niet gesproken. In deze mooie warme lentedagen had dit industrieel-landschap nog iets beklemmender en zocht ik noordelijker minder bevolkte gebieden op, al zijn de terillen hier nooit verweg. Kalinove bezorgde mij een mooie plek aan de rand van het dorp. Sasja kwam al gauw met zwijnevet, enkele eieren en 2 sneden brood om mijn honger te stillen. Hij hield van Rock en sleutelde aan traktoren. De nacht viel bij de waterput waar mijn tentje stond en voor even konden de mijnen mij gestolen worden en genoot ik van het kleine plekje natuur in het verstedelijkt gebied wat Donbassa wel is. 1 mei wachtte de volgende dag vol ongeduld in de stad Djerzisnk. Een stoet vol glorie voor de arbeid, al kon nu iedere politieke partij kleur geven aan de optocht, al kleurde die hier in Djerzinsk met zijn 7 koolmijnen nog heerlijk communistisch. De oude garde van hamer en sikkel-mannen parradeerde met hun beste kostuum dat stijf stond van de medailles en eretekens van voor 1989. Ze blonken zo goed als nieuw in de warme lentezon met abrikozen bloesems en fabrieken op de achtergrond, zoals een communistisch plaatje echt hoort te zijn. Het fotograferen was hier, voor de mensen althans, meer gerechtvaardigd. Op hun zondags, zo willen ze vereeuwigd worden. Die dag wensen de mensen elkaar een 'Za troed'toe wat iets als elkaar een schone en vruchtbare arbeid toewenst betekent en ze zo heel even het juk van de industrialisatie en het kapitalisme schoonwassen met deze woorden. In de namiddag ging iedereen picknikken, iets wat er nu, met de eerste mei was bijgekomen, en met de post-communistische jaren als het hoofdgebeuren van de dag was uitgegroeid, inclusief de geestrijke dranken die de pijn blust maar niet stopt. Het was heerlijk toeven bij Lena, Vitaliek, Danil en Natacha die namiddag, over de petro-chemische fabriek niet te na gesproken. Te Enakiev vingen de kinderen hagedissen in het gras, maakten paardebloemenkransen en allen ademenden we het beklemmend gif in van de fabrieken...

Bilde (teil3)


Ijzeren weg-tekening te Garnjak

Tulpen van Vitalik in de hel van het Oosten voorbij Rosavsk.

Enakiev-panorama

1-mei picnic te Enakiev. 'Za troed!!'

Waiting for dinner.

Mijnwerkers bij de 1-meistoet in Djerzinsk.

Thee en koekjes bij de waterput te Kalinove.

Sasja bij mijn tent te Kalinove.

Sanatorium-talk te Ukrainsk

De toekomst even buiten Donetsk.

Terillen in Makievka.

Shahtar Champion, na de voetbalmatch.

zondag 25 april 2010

De Krim


Bloesems en zon
Groeten uit Donetsk, vanwaar ik de bloesems heb ingeruild voor terillen, de zon is gebleven. Ik ben hier zondagochtend vanuit Simferpol met de nachttrein gearriveerd.
Deze grote stad van 1 miljoen inwoners, en voor het grootste deel russofielen heeft zo een gigantische geldinjectie gekregen door ene miljardair dat je haast zou vergeten dat we hier zo Oostwaarts zitten. Rond de stad verspreid ligt het vol terillen, waar ik de komende dagen hopelijk zo dicht mogelijk zal geraken. Zo dadelijk ga ik naar mijn eerste mijn. Heb ze deze ochtend, met de vrieskou van de nacht nog in de lucht, ten Oosten van Donetsk gevonden. Te Makievka zijn nog verscheidene werkende mijnen. Vol ongeduld, maar nog even wachten voor de avondzon, deze staalblauwe lucht leent niet echt voor het mijnplaatje, maar ik schiet in zwart-wit.
De Krim daarentegen van datzelfde blauw maar in kleur. Met de Krimse bergen vergeet je zo dat je nog in Oekraine bent als je dit met de oneindige boerevelden van de rest van het land vergelijkt.

Bilde (teil2)


Nighttrain to Donetsk

Pruikenmaker in Simferopol

Ivanovka

Maan uit Tadjikistan met Moldavische sterren

Alushta voorbij

La mer noire dans quelques instantes...

Onderweg nabij Cimeir

Dorstig hert bij Alupka

De nacht te Mangup Kale

Mangup Kale plateau

Zina schildert het paleis te Baktasarai

Oude Moskee in Simferopol

woensdag 21 april 2010

Odessa-Simferopol


Bloesems & modder

Net een week terug, ben ik vanuit Odessa vertrokken voor het eerste deel van mijn reis richting de Krim. Hier vanuit Simferpol, de hoofdstad van de autonome republiek neem ik een eerste rustdag. De uitputtingsslag lag hem niet in het hoogteverschil, integendeel, de weg tot hier bracht mij voor het grootste deel langs immense vlakke velden. De sterke vorst van de laatste winter hadden de wegen daarentegen in een waar slagveld herschapen. Wegen vol gaten en modder hebben mij reeds genoodzaakt al mijn jokers (lees:bandenplakkers) in te zetten. Ik had er 12 en ze zijn na 1 week en zo een kleine 800 kilometer (inclusief 2 carwashen) reeds allemaal opgebruikt, echt waar.

Het is een heerlijke verpozing hier op de Krim, vooral omdat de Krim-Tataren minder weerhoudend zijn dan de Oekrainse mensen die ik op mijn weg naar hier ontmoette.
Gisteren ging het dan ook weer haast vanzelf. In een tot atelier omgevormde kolchoze vond ik de nacht. Nu werden er potsierlijke hekkens met veel krullen gesmeed. Vroeger liepen er zwijnen. Zwijnenvlees werd er nu niet geserveerd maar samen aten we bij de achterkant van het gebouw, met zicht op het bos en de heuvels, een uit een gietijzeren schaal geserveerd maal van aardappels, ajuinen,eieren en worst. In Kolbonobe, bij de eerste glooiingen die het land van de Krimtataren inluidde, woonde mijn gastheer Bekir. De Krim-Tataren stammen af van de Turken en wonen reeds honderden jaren op het Schiereiland bij de Zwarte zee. De Russen kwamen hier pas veel later hun zegje doen... We lachten om mijn fiets van Duitse makelij want Bekir wist nog van zijn vader hoe Duitse soldaten hier per fiets arriveerden, MET dikke banden... Na een 4 jaar durende bezetting werden de Krim-Tataren onder de Russische overmacht door Stalin naar Oezbekistan gedeporteerd. Bekir werd daar geboren en keerde pas 25 jaar geleden terug naar het moederland, de Krim. Deze avond daar was ook mijn eerste avond als gast. Mijn tentje had reeds vele malen dienst gedaan aan de rand van de immense Oekrainse boerevelden. Hier vond ik nog meer, dan in de andere ex-sovjetlanden die ik vroeger bezocht, hoe het landschap was gekneed naar een communistisch model en hoe dit nog ontegensprekelijk bleef deel uitmaken van het landschap. De megalomane velden worden door aftandse traktoren bewerkt. Meestal met enkele tegelijkertijd, want velden die tot 8 km (zowel in de breedte als in de lengte) zouden anders een eeuwigheid in beslag nemen voor 1 enkele boer. Verschillende kunstmatige kanalen met betonnen oevers werden gebouwd om de akkers te irrigeren. Elk dorp kende zo zijn grote gezamenlijke boerderijen namelijk de kolchozen. Deze worden hier en daar nog gebruikt, soms ook voor andere doeleinden zoals bij Bekir, maar velen liggen in puin samen met ander rottende betonnen constructies die ooit het land rijk waren. De grote wegen zijn per fiets geen echte optie in Oekraine maar de kleinere lagen er na vretende vorst zo erbarmelijk bij dat het een waar kluwen en wroeten was om mij er doorheen te banen. Weinig auto's vergezelden mij op de soms akelig grote velden als vliegvelden. Op mijn tweede dag tussen Mikolaev en Cherson had ik mij op zulke afgelegen sluikwegen begeven dat ik naadloos op een afgedankt militaristisch oefenveld met landingsbanen was aangekomen. Een enkele, schijnbaar achtergebleven, militair wierp een vluchtige blik op mijn rijden. Verderop kon ik de langsweg van het spoor volgen, en zoals thuis, mij de slapen leggen met daverende treinengeluiden op de achtergrond. Met Vatska, die ik de volgende ochtend ontmoette, deelde ik nabij de nog mistige velden wat brood en worst. Hij vroeg mij de weg naar Mikolaev, van waar ik kwam, zonder geld op slechte schoenen en met een hert op zijn fiere borst getatoeerd. Hij keek verbaasd naar zichzelf als een kind op het scherm van mijn cameraatje. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, zeker nog niet in Oekraine, gelukkig maar.

Bilde (teil1)


Saki

Armeansk

Skadovsk

Imkerman

Kopani

Cholonti

Vatska op weg naar Mikolaev

op weg naar Cherson

Mikolaev

Stepnoe